De Chinese eigenaar van verzekeraar Vivat, het voormalige Reaal, heeft de turbo aangezet. Met keihard snoeien in de personeelskosten is de winstgevendheid behouden. Dat was hard nodig: want de premie-inkomsten zijn keihard gedaald.

Vivat werd in 2015 overgenomen door het Chinese verzekeringsbedrijf Anbang. Aanvankelijk met Gerard van Olphen als Nederlandse topman, maar die stapte binnen luttele maanden op, na frictie met zijn superieuren bij Anbang.

Afgelopen jaar is met de nieuwe topman Ron van Oijen slagvaardig opgetreden. De reorganisatie van Vivat gaat veel sneller dan gedacht, waardoor de doelstelling om het personeelsbestand met een derde terug te dringen vorig jaar al werd gehaald. Dat was twee jaar eerder dan aangekondigd. De verzekeraar nam afscheid van ongeveer 1200 werknemers, waardoor er zo’n 2500 overbleven.

Het moederbedrijf van onder meer Zwitserleven, Reaal en Route Mobiel boekte zodoende vorig jaar een nettowinst van 159 miljoen euro. Dat was 50 miljoen euro meer dan een jaar eerder.

Premie-inkomsten Vivat dalen hard

De vooruitgang werd geremd door de kosten van de lopende reorganisatie van het bedrijf en door de schade die ontstond door extreem weer. Daar stonden bezuinigingen en hogere beleggingsinkomsten tegenover.

Maar het grootste probleem is de forse daling van de inkomsten uit verzekeringspremies liepen met ruim 100 miljoen euro terug tot 2,5 miljard euro. Dat kwam vooral door de krimp van de markt voor levensverzekeringen.

Voormalige winstmotoren zoals verzekeringen die horen bij beleggingshypotheken zijn weggevallen, en voor pensioenaanvulling kiezen klanten vaker relatief goedkope bankspaarproducten. Bij het schadebedrijf bleven de inkomsten min of meer stabiel.